We Are Open 2017 - Terechte high five

undefined, 11 februari 2017

Nogal wat hiphop en veel vriendelijke mensen op de eerste dag van We Are Open 2017. Ook wij waren er en dit was wat we er bij voelden en dachten.

We Are Open 2017 - Terechte high five

Darrell Cole werd in Londen geboren, maar via een omweg door Siërra Leone en Barcelona kwam hij uiteindelijk in Antwerpen terecht. Samen met zijn dj trakteerde deze hiphopper een steeds grotere aanhang op vloeiende raps en haperende beats waarop het afwisselend lekker bouncen was en dan weer heerlijk wegdromen van zomerse stranden (Hasta Luego) en een vette bankrekening (Forever). Met songs over de oorlog in Sierra Leone (Cry Africa) en een moeilijke jeugd (Take Me Away) was er ook ruimte voor ontroering. Wij zien wel wat in deze vriendelijke, Antwerpse rapper en we zijn niet alleen. Sony Belgium was er als de kippen bij om hem te tekenen. Hou hem in de gaten.

Glints bewees dat witneuzen qua coolness niet onder moeten doen voor hun broers van een donkere moeder. J.M. Lemmens ontbond zijn tijgers niet met een dj, maar wel met een echte band als ruggensteun en bracht een nog strakkere set, afwisselend rappend en zingend, dat laatste wel steevast met de stem door de vocoder gejaagd. Naast het bekende materiaal kregen we al een ruime blik op de nieuw te verschijnen ep die, afgaande op Reverse, laatste single Egotism en Catalyst duidelijk poppy, groovy en funky gekruid zal klinken. Dat de nieuwe songs bijna zonder uitzondering even sterk waren als afsluiter Sirens deed ons frontman Lemmens’ jeugdige enthousiasme bijtreden: dit was de shit!

Hoewel, daarna zwaaide de grote zaal open en daar tilde Delv!s met zijn gloedvolle soul het niveau nog met een ruk omhoog. Akkoord, dit was suikerzoete koek en teddybeer van dienst, Niels Delvaux paaide vooral de ladies en de mama’s in de bomvolle zaal, maar ook wij sloegen aan het dansen bij I Like The Way You Dance. Dat hij daarbij zelf bijna tot tweemaal toe wat onhandig over het tapijt onder zijn voeten struikelde, deed de soultrein geen moment haperen. De funky bas, het gierende orgel en de jagende blazers hielden deze witte neger moeiteloos recht. En zo kwamen we veel te snel bij het voorlaatste station van Come My Way aan om tenslotte te dansen tot aan de rand van de wereld in Sunday Interlude.

Iets daarvoor en gedeeltelijk gelijktijdig zorgden de dames van Lili Grace voor de eerste tintelingen rond de ruggenwervel. De zusjes Bogaerts kregen met een ongewone combinatie van cello en elektronica en met hun betoverende zang dan wel maar een klein podium toebedeeld aan de bar, maar lieten dat niet aan het hart komen. De afwisseling van kolkende songs als The Spell en intiemere momenten als Close overtuigde moeiteloos. Wie niet bang was om te verdwalen in een donker sprookjesbos samen met deze twee elfen, was op de juiste plaats.

Wat een verschil met Hydrogen Sea in de grote zaal waar Birsen Uçar, Pieterjan Seaux en drummer Steven Van Gelder verstrikt geraakt leken in het web dat ze zelf gespannen hadden. Ze leverden met ‘In Dreams’ dan wel één van de beste inlandse platen af van 2016, maar wat op plaat werkt, bleek nog geen sleutel tot succes in zaal. Hadden de aanwezigen de band al een keer te vaak gezien? Feit was dat het gebabbel van het publiek de fijnzinnige droompop van de band op het podium vaak overstemde en dat kwam de magie uiteraard niet ten goede.

Hydrogen Sea is op zichzelf al een statische band, maar als ook het publiek niet in vervoering kan geraken, is er reden tot zorgen. Zou het daarom zijn dat hun recentste single Worry werd gedoopt? Wij deden echt ons best om weg te dromen bij parels als Murky Waters, In Dreams en Only Oleanders , maar toen de sirenes in de intro van de Portishead-cover loeiden, gingen ook bij ons de rode waarschuwingslampen aan en brak ons Beating Heart bij de gedachte dat deze smaakvolle muziek zo weinig werd gewaardeerd.

Brusselaars en blote voeten, het is iets dat sinds Pas De Feux nooit meer helemaal weg was van de muziekpodia. Ook Robbing Millions hield de traditie in ere in Trix. En het paste ook bij de kunstige, psychedelische grootstadspop die ook nu weer alle richtingen uitwaaierde als klimop op de muren van een verlaten pand. We zagen deze bende ongeregeld voor het eerst aan het werk in 2014 en elke keer weer wisten ze ons te charmeren, ook nu weer.

Was de eerste dag van We Are Open vooralsnog vrij braafjes verlopen, dan werden hier de eerste tekenen van vrolijke gekte zichtbaar, zowel op als voor het podium waar duchtig meegedanst werd. De eerste drie nummers uit de recentste, naamloze plaat hielden de aanwezigen het nog op het openrekken van hun ogen en het droppen van de onderkaak, maar vanaf oudje Bigfoot over tophit Tenshinhan en Dinosaur tot het knettergekke What Makes Me Feel Old was er geen houden meer aan. Hoofdrolspelers Lucien Fraipont en gitarist Gaspard Ryelandt hebben backstage de rest van de band vast een high five gegeven en terecht!

De brede smile die ons vergezelde naar de grote zaal, bleef ook tijdens de set van Pomrad nog ons smoelwerk sieren. De schijnbaar nonchalante en breed uitwaaierende muziek van Adriaan van de Velde zette ons vooraan in het karretje van een rollercoaster die door een tunnel van zware beats en knetterende funk denderde, maar die evengoed soms een ruimtesonde leek die door een psychedelisch verlichte hemel flitste waarlangs enkel zweverige, melancholische klanktapijten geweven waren.

De gastzangers van op de plaat waren thuis gebleven, maar Van de Velde bleek zelf ook over een breed stembereik te beschikken en die gasten werden zo niet echt gemist. Van de Velde bewoog zich vlot over het podium met de keytar omgegord en toverde de meest verrassende klanken uit zijn toetsen met in zijn rug een fantastische lichtshow die dit optreden opleukte.

Dag een van We Are Open sloot zo geslaagd af. Dag twee belooft heel wat geweldadiger te worden met onder andere Brutus en Kapitan Korsakov, maar indien u geen ticket hebt gescoord, bent u eraan voor de moeite, want We Are Open is volledig uitverkocht.

11 februari 2017
Marc Alenus