Whispering Sons, Mugwump - En toen was er niets meer

De Centrale, 14 december 2018

Whispering Sons, Mugwump - En toen was er niets meer

Whispering Sons stelde haar album al voor in het kader van Autumn Falls op 20 oktober in de AB. En ook toen hadden wij een man ter plaatse. Maar toen hadden ze Mugwump niet bij als support en ook die maakten dit jaar een prima plaat. Wij dus nog een keer naar Vlaanderens post-punkhoop in gele hesjesdagen.

Plots was het alsof Dementors of Nazgûl boven Gent opdoken. De vochtige kilte, die al over de stad hing, leek De Centrale binnen te sijpelen bij de donkere sound van Mugwump.

Eerst verscheen alleen drummer Lukas Melville die minutenlang een repetitieve solo afstak, daarna bijgetreden door bassist Stephane Fedele die steeds dezelfde snaar aansloeg. Vervolgens kwam gitarist Thomas Stadnicki ijle slierten gitaar en noise over de ritmes draperen en pas dan stapte Geoffroy Mugwump doodgemoedereerd het podium op. Wat volgde was een aaneenschakeling van zompig dreigende en dan weer snoeiharde, voorthollende songs met een duidelijke knipoog naar de donkere jaren tachtig, maar zonder ooit een herkenbare kopie te zijn.

Zowel de logge als de knetterende songs kenmerkten zich door lange, instrumentale stukken waarin Geoffroy slechts af en toe wat tekst blafte en een enkele keer huilde als een eenzame wolf naar de maan. Afsluiten deden de Brusselaars met de geweldige, nieuwe song Locomotive. En zo kwam deze trein vol duistere demonen tot stilstand, maar de toon was gezet. De Centrale was klaar voor Whispering Sons.

En de huidige aanvoerders van De Afrekening van Studio Brussel waren in vorm. Sander Hermans (synth) en Sander Pelsmaekers (staand achter de drums) overschouwden de boel vanop een verhoging, terwijl Tuur Vandeborne (bas) en Kobe Lijnen (gitaar) zangeres Fenne Kuppens flankeerden op het lagere gedeelte, het dichtst bij het publiek.

In dat publiek heel wat grijze haren van mannen die de vaders konden zijn van het donkere geweld op het podium, maar ook leeftijdsgenoten die misschien nu pas in hun vaders en moeders platenkast ontdekken dat er veertig jaar geleden al gelijkaardige postpunk werd gemaakt.

Hoewel. Bestaat er een stem zoals die van Keppens? Ergens in een mannenstrot misschien, maar wij stonden toch weer aan de grond genageld, ook al wisten we wat te verwachten. Keppens lijkt haar stem ergens van diep in haar binnenste te halen; daar waar ook haar duivels huizen, ook al probeert ze die optreden na optreden uit te drijven. Het lijkt wel alsof ze bezeten is door Rozz Wiliams (Christian Death) en Carl McCoy (Fields Of The Nephilim) en die van geen wijken willen weten.

Een setlist heeft het vijftal ondertussen niet meer van doen. De band speelde exact dezelfde setlist als drie weken geleden in de AB en draaide met ongeveer dezelfde veertien songs verder warm in Nederland, Duitsland, Frankrijk en Zwitserland. Toch klonk ook nu weer elke schreeuw visceraal gemeend. En uiteraard speelde de band strak als de choker rond de keel van onze buurvrouw.

Knipoogde Mugwump naar de jaren tachtig, dan staarde Whispering Sons met holle ogen recht in de afgrond van die donkere jaren. En toch valt er meer te dansen op hun songs. Nergens gaan de vijf uit de bocht. Hoe verdoemd ook de drums van Pelsmaekers klonken, hoe glibberig en metalig de gitaar van Lijnen zich samen met de synths van Hermans je ook beslopen, toch was je veilig achter je gordijn van haren.

Bijna nergens dramt de band ook door. Zeker na rustpunt Skin volgden een paar nummers met een interessante dynamiek zoals No Time en Fragments en toen na de Skeletal Family-gitaarklank van Hollow de gothic disco van Wall volgde, waren ook wij niet meer te houden, zelfs niet toen de band de donkerste hoeken van haar repertoire opzocht met het geweldige Waste.

No Image mocht, net als op plaat, ook deze show afsluiten. Het fungeerde als onverwachte bis nadat eigenlijk Insights de zwartfluwelen gordijnen al had dichtgetrokken. Alleen Lijnen bleef over, zette de gitaar in een loop en ging achter de piano zitten die al heel de tijd ongebruikt op het podium stond.

Druppelsgewijs kwamen de anderen terug. Eerst Hermans, dan ook Keppens voor een intense vertolking van dit nummer dat uiteindelijk ook weer voorzien werd van de ritmesectie om het helemaal tot detonatie te brengen. En toen was er niets meer. Maar dat was niet erg.

15 december 2018
Marc Alenus