Low Land Home - Nighthawks

Nighthawks

Low Land Home, ooit het soloproject van Jo Geboers is geëvolueerd naar een echte band waarbij ook Jolien Bové meer op het voorplan treedt. We hadden een gesprek met beiden over de nieuwe plaat 'Out Of My Mind'.

Twee jaar geleden kwam jullie ep uit. Hoe zijn jullie geëvolueerd van ‘Underspoken’ naar ‘Out Of My Mind’?

Jolien Bové: De muziek evolueerde mee met de groei van de band. ‘Underspoken’ was eigenlijk nog meer het solo-project van Jo. Ik kwam er dan bij en later ook Muriel (Boulanger) en Pieter-Jan (Jordens). En met elk lid dat erbij kwam, evolueerde de muziek naar een breder en weidser palet. Bij de ep waren wij nog enkel de uitvoerende muzikanten, terwijl dit album het kindje is van ons alle vier, waartoe iedereen vanuit zijn hoek en visie heeft bijgedragen. We hebben echt wel alle vier een eigen muzikale inspiratie en achtergrond. Ik heb het gevoel dat we er allemaal ons ding mee hebben kunnen doen. Jo komt met de basisstenen en de rest heeft mee geboetseerd en gekneed tot de nummers waren zoals ze nu zijn.

Had je de nummers al klaar ten tijde van de ep of ontstonden ze daarna?

Jo Geboers: Sommige nummers speelden we twee jaar geleden ook al live, maar ze zijn in ons repetitiekot of in de studio nog geëvolueerd. Sommige zijn ook live nog gegroeid door ze samen te spelen en met elkaar in interactie te gaan. Het was een heel organisch en boeiend proces.

Bové: Die oudere nummers zitten nu in een totaal ander jasje. Toen waren dat nog meer die basisstenen, maar nu klinken ze veel rijker.

Toen we je interviewden naar aanleiding van de ep, had je nog geen genre gevonden waarin jullie muziek past. Ondertussen al een passende term gevonden?

Geboers en Bové (lachend): Nee, nog altijd niet!

Geboers: Dat blijft echt moeilijk. Als mensen mij vragen wat voor muziek wij spelen, kan ik daar wel een paar adjectieven op kleven, maar ik raad hen altijd aan om zelf eens te luisteren, omdat ik het zo moeilijk vind er een genre op te kleven. En eigenlijk vind ik het ook niet nodig om er een etiket op te kleven. Het is alleszins geen progressive rock.

Bové: Ik gebruik meestal de term “melancholisch” (lacht). Er zitten veel spanningen in, hoogtes en laagtes, maar ook geen idee welk genre het is.

Geboers: ik heb het gevoel dat bij ons de inhoud primeert op het imago of zo. We stralen natuurlijk wel iets uit, maar de inhoud gaat voor en ik ben ook niet bang om aan ons publiek te vertellen waar de nummers over gaan. De sound zullen ze zelf wel catalogeren.

Jullie maken enigszins herfstachtige muziek, maar zowel de ep als deze plaat kwamen uit net voor de lente. Is dat bewust?

Bové: Ik vind het zelfs eerder een winterplaat (zoekt bevestiging in de blik van Geboers). Er zitten voor mij heel veel tijdsgebonden dingen in uit de winter. Als ik naar de plaat luister, heb ik het gevoel dat ik ergens binnen zit en kijk naar wat er buiten in de kou gebeurt. De spanning tussen de warmte binnen en de koude buiten zit voor mij heel sterk in de muziek. Die kilheid komt naar voor via de elektronica.

Geboers: Wow.

Jullie worden al eens vergeleken met The National, maar zij hebben niet wat jullie hebben: Jolien. Ik bedoel daarmee: het spel tussen jullie beider stemmen.

Bové: Daarom worden we ook vaak vergeleken met the xx.

Geboers: Die vergelijking met The National komt natuurlijk door mijn stem en de piano, maar zij hebben drie gitaren op het podium, wij niet. Bij ons draait het inderdaad eerder om het contrast tussen onze stemmen en de contrasten in onze muziek. Er zijn natuurlijk mindere bands om mee vergeleken te worden. Dus dat is wel leuk.

Jolien noemt het album een winterplaat, maar de foto’s stralen zomerse warmte uit. En ook hier weer vinden we contrast tussen de zon en het donkere water.

Bové: Het was koud, hoor, in dat water! En kilheid en warmte staan daar ook tegenover elkaar. Op de voorkant zie je die foto van een jongen die in het water springt wat vragen oproept zoals: “Wat gebeurt daar?” en “Waarom doet die dat?” In het midden zie je dat er iemand nabij is en dat roept weer warmte op. Er is iemand die toenadering zoekt tot die eenzame jongen die misschien wel aan het verdrinken is.
Je moet ook weten dat die foto’s genomen zijn op de laatste warme dag in september. Een week later wilden we daar opnieuw fotograferen, maar toen was het zo verschrikkelijk koud dat we blij waren dat we al geschikte foto’s hadden van de week daarvoor.

Vroeger bekeek je het leven van aan de zijlijn, zo vertelde je in ons interview van toen. In de teksten op deze plaat lijken de protagonisten ondanks de angst en terughoudendheid contact te willen zoeken. Klopt dat? In de slotsong zing je zelfs “Teach me how to walk”.

Geboers: Ja dat klopt wel. Dat is niet bewust gebeurd. Ik merk soms ook maar achteraf waarover een tekst gaat. Ook die contrasterende zinnen, die er soms insluipen, merk ik pas achteraf op. De woorden connectie, afstand, nabijheid vallen inderdaad vaak.

De ep had inderdaad meer de thematiek van “op een afstand kijken naar” en deze plaat gaat meer over de beleving van een bepaald persoon die processen en dingen doormaakt. Niet dat het een heel persoonlijke plaat is, want ik probeer het altijd abstract te maken. Ik denk soms dat, als mensen bepaalde zinnen lezen, ze wel vreemd opkijken.

Bové: Ik heb het idee dat het thema van toekijken van aan de zijlijn, vaak voorkwam in de oudere nummers, maar dat dit ook nog in de nieuwere zit. Alleen keek je vroeger naar een individu, terwijl je nu naar twee of meer mensen kijkt; dat er iets circulairs aan de gang is.

Het zal wel toeval zijn, maar er bestaat een jeugdboek van Sharon M. Draper met als titel ‘Out Of My Mind’ over een meisje met hersenverlamming dat hoort en begrijpt, maar niet kan reageren.

Geboers: Ik ken het boek niet, maar ik snap wat je bedoelt. In mijn teksten lijkt het soms ook alsof iemand zegt: “He, ik ben hier; ik weet niet hoe ik hier moet mee omgaan; Ik heb niet altijd de woorden om het te zeggen…”

Ik vind het wel fijn, wanneer mensen die thema’s ontdekken. Soms komen ze naar mij toe en zeggen ze dat ze bepaalde gevoelens herkennen. En vaak hebben ze geen idee wat een song voor mij betekent, maar het gaat erom wat zij er bij voelen. Dat is voor mij het grootste compliment: dat mensen zich in een song herkennen, dat ze er iets bij voelen.

Bové: ...wat dat dan ook is. Dat ongedefinieerde dat wij zelf ook niet kunnen benoemen. Sommigen voelen het aan als hoopvol, anderen als pijn, sommigen als warmte, andere als kilheid.

In de slotsong zing je letterlijk: “Teach me how to walk.” Voor mij klonk dat als een schreeuw om liefde. Als een hulpkreet naar iemand om je hand te nemen en je door het leven te helpen.

Geboers: Dat zit er voor een deel zeker in. Dat is ook een meer persoonlijke song. Ik weet van mezelf dat ik “guidance” nodig heb, iemand die me raad geeft. Soms raak ik er zelf moeilijk uit en dan is het wel fijn dat er iemand naast me staat. Het is een dubbel gevoel, dat besef dat er mensen zijn die jou willen leiden en tegelijk dat je dat ook nodig hebt. Het is een wake up call die ik wel wil delen: laat mensen in je leven toe als je het moeilijk hebt. Hou niet alles voor jezelf. Krop niet alles op.

De eerste single Drifting klonk elektronischer dan we van jullie gewend waren. Op de ep speelde Pieter-Jan nog echte drums en hier lijken het elektronische. Is dat de weg die jullie meer en meer opgaan?

Geboers: Beide zitten er nog steeds in. En het is ook weer in dat spelen tussen elektronische en “echte” instrumenten dat die tegenstelling van warm en koud zit.

Bové: We zijn inderdaad wel wat opgeschoven naar het meer elektronische. Dat was geen bewust plan. Dat is geleidelijk aan gebeurd, tijdens het uitproberen van de songs en het schaven. Het duurde soms wel lang eer we alle vier het gevoel hadden van: “Dit is het; zo moet deze song klinken”. Het was soms lang zoeken naar een evenwicht. Iedereen moet er wel even overtuigd iets bij voelen of beleven.

Geboers: In het begin had ik alleen een piano en een stem. Dus is het logisch dat onze sound evolueerde. Muriel kan in plaats van haar staande bas ook een bassynth spelen bijvoorbeeld en dan krijg je een heel andere klankkleur. Ik hou ook wel van elektropop en vreemde, barokke instrumenten.

Bové: We hebben altijd gekeken vanuit het nummer. Eerder dus: “Wat heeft dat nummer nog nodig?” in plaats van: “We gaan eens iets raars proberen”. Ook Nicolas Delépine van Outer heeft als producer mee gekneed en dat proces begeleid.  

Was het toeval dat jullie met hem gingen werken? Qua sound is Outer wel een band die redelijk dicht bij jullie aanleunt.

Bové: Dat heeft er niets mee te maken. Muriel en ik kennen gewoon veel mensen uit de kring van het Gentse conservatorium en Nicolas is er daar één van. Muriel studeert nog muziekproductie en Nicolas zat een of twee jaar voor haar. Vandaar dat we hem gevraagd hebben.

Geboers: Ik heb Outer ook maar achteraf leren kennen.

Stel dat je een bekend kunstwerk zou moeten kiezen als cover voor één van je platen. Zou je kiezen voor ‘Nighthawks’ van Hopper of … ?
Bové (springt bijna op): Ik kon niet meteen op de naam komen, maar daar dacht ik direct aan. Ik heb toevallig onlangs een documentaire gezien en daarin werden bepaalde details uit dat schilderij besproken en dat contrast tussen binnen en buiten, de vraag wat die mensen daar aan het doen zijn,… Ik dacht toen: dat lijkt keihard op wat wij doen met onze muziek.

OK, Van Goghs ‘Sterrennacht’ zal het dus niet worden…

Geboers (lachend): Nee, dan toch eerder dat eerste.

Bové: Dat schilderij is net als onze songs eerder een situatieschets dan een verhaal. Je weet niet wat er aan de hand is. Gewoon dat zijn, die stilte en wij die vanuit de koude naar binnen kijken waar het warm is…

Jullie gaan veel spelen?

Geboers: We werken nu samen met Dieter Craeye van Vox Bookings en we hebben dit voorjaar toch een negental releaseconcerten kunnen boeken. Daar zijn we heel tevreden mee. We plannen nu de zomer en het najaar, maar er is nog niets concreets. We spelen misschien geen evidente muziek, maar we denken wel dat er festivals zijn die in de vooravond of zo een tent hebben waar die sfeer echt naar boven kan komen. We zien wel. We zijn sowieso een band die eerder bezig is met de muziek en met dingen over te brengen dan met plannen als: “Daar wil ik zeker spelen.” We zien wel hoe dat loopt.

Laatste twee kansen om Low Land Home dit voorjaar nog aan het werk te zien: 13 april in De Kouter te Bocholt (met Bonfire Lakes) en op 19 april bij De Vieze Gasten in Gent.

11 april 2019
Marc Alenus