Cactusfestival 2018 - Dag 1: Lamb als kers op de taart

Minnewaterpark, 12 juli 2018 - 14 juli 2018

Cactusfestival 2018 - Dag 1: Lamb als kers op de taart

Altijd aangenaam om terug te zijn in ons geliefde Minnewaterpark, alwaar het Cactusfestival traditiegetrouw plaats vindt. Een weekje later dan gewoonlijk, maar daarom niet minder met de intentie om er iets moois van te maken. De line-up beloofde alvast veel goeds en voor elk wat wils.

Douglas Firs mocht het festival openen en deed dat met heel veel goesting en ook bijzonder goed. Zeggen dat het over de koppen lopen was, zou de waarheid onrecht aandoen zijn, maar het was voor een openingsact toch al aardig druk voor het podium. Vooral de recentste plaat ‘Hinges Of Luck’ kwam aan bod, maar ook de twee voorgaande platen werden niet vergeten. Pretty Legs And Things To Do uit debuutplaat ‘Shimmer & Glow’ was een eerste hoogtepunt in de set, maar werd al snel gevolgd door een tweede in de vorm van de ultieme homesicksong Montréal.

Ook How Can You Know kwam stevig, maar tegelijkertijd wondermooi binnen. Raar overigens om tijdens het licht-electronische Undercover Lovers Gertjan Van Hellemont eens gitaarloos op het podium te zien staan. Douglas Firs eindigde de set met een knal door ons het stevige, maar in de strofes perfect meerstemmige Shine ‘Em Up Sadie en de ultieme popsong Judy voor de voeten te werpen. Ideale opener met een evenwichtige en gezapige festivalset.

Het is bon ton om Jasper Steverlinck op voorhand af te schrijven, maar we willen absoluut niet meehuilen met de wolven. Daarvoor is hij echt wel een te goede zanger en muzikant. Hij begon de set solo aan piano met Sad Reminders en eindigde een uur later opnieuw solo, maar nu op gitaar met Fall In Light. Daartussen zat een set die geheel in de lijn lag van recentste plaat ‘Night Prayer’: ingetogen met zijn stem volledig centraal. De begeleiding was bijzonder spaarzaam: gitaar, piano en occasionele strijkers. Het optreden was zeer solide en echte hoogtepunten waren er niet. Als we er dan toch één moeten kiezen, gaan we niet voor het grijsgedraaide Here’s To Love, maar eerder voor het zacht onluikende Broken met minzaam binnendringende strijkers.

Openen met één van je grootste hits, Buffalo Tom deed het met Summer. En als je kan terugvallen op zo'n back catalogue, waarom zou je ook niet. Daarnaast hadden de heren ook een plaat te promoten, maar ‘Quiet And Peace’ werd niet frequent aangeboord. Het gezelschap ging voor een nostalgische trip.

Zo passeerden Tree House en het door het publiek woord voor woord meegezongen I’m Allowed en Tangerine. Tussendoor waren er nog shoutouts voor de kinderen van de bandleden, maar daarna ging het in een rechte lijn naar het einde met Taillights Fade, Velvet Roof en Mineral, een trio uit ‘Let Me Come Over’ een album van ondertussen ook al zesentwintig jaar oud. Buffalo Tom bracht een uur gitaarrock zoals wij die graag hebben: rechttoe rechtaan en een beetje morsig.

Lamb heeft, zoals vooraf aangekondigd, ab-so-luut niet ontgoocheld. De crossover van de diepe bassen en drum ‘n Bass met de jazzy zang, van het extraverte en het introverte, van het uitbundige en het ingetogene zorgde voor een diep contrast en voor een geladenheid in de songs die nog tien keer straffer was dan wat het duo Barlow-Rhodes op plaat laat horen. En dat lieten ze van bij het openingsduo Little Things en We Fall In Love onmiddellijk horen.

Gold bracht ons in een rokerige jazzclub en werd opgeleukt met een pittige contrabas en drumsolo. As Satellites Go By was de meest ingetogen song van de set, maar was wel voorzien van een afgemeten, maar treffende opwelling. Een nieuwe song ook in de set; Ilumina klonk duivels sensueel en belooft veel goeds voor de nieuwe plaat die er zit aan te komen.

Uiteraard konden de meer bekende songs ook niet ontbreken in de set. Gabriel, What Sound en Gorecki zaten mooi gespreid en wisten het publiek perfect mee te slepen over elke vakkundig en perfect afgemeten climax. Uiterst straf optreden!

Triggerfinger mocht dag één afsluiten, maar zachtjes te slapen leggen was het zeker niet. Het trio klonk groots en gaf weinig ademruimte: De band begon met een geweldig intens openingssalvo en pas na vijftien minuten viel het voor het eerst even stil. Maar Ruben Block kreeg niet te veel ruimte, want Mario Goossens begon tijdens de bindteksten alweer driftig te drummen.

We genoten vooral van het sexy Flesh Tight en van Collosus, dat door de dubbele baspartij heerlijk diep en dreigend was en de verbeten en grootse versie van Iggy Pops Fun Time. Een drumsolo van ruim tien minuten hoefde dan weer niet. Maar Triggerfinger gaf een mokerslag van een concert; dat staat vast!

Cactusfestival '18 - dag 1 - 13/7/2018

14 juli 2018
Patrick Blomme